Het natuurlijke rantsoen van een paard bestaat hoofdzakelijk uit grassen, kruiden en water. Ook zaden en kleine struiken worden door paarden gegeten. Tijdens het zoeken naar voedsel, oftewel foerageren, leggen paarden grote afstanden af om in hun voerbehoefte te kunnen voldoen. Telkens worden kleine hoeveelheden vezelrijk voer opgenomen. Verspreid over de dag wordt, afwisselend met rust, ongeveer 14 uur per etmaal aan eten besteed. Het verteringsstelsel van het paard is aangepast op het verteren van voedingsstoffen uit vezelrijk voer. Het verstrekken van ruwvoer is daarom belangrijk, ook gezien het natuurlijke rantsoen van een paard.